diamantboor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diamantboor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·a·mant·boor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van diamant en boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diamantboor | diamantboren |
verkleinwoord | diamantboortje | diamantboortjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) van diamant voorziene boor voor harde gesteenten
Gangbaarheid
- Het woord diamantboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.