Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·a·be·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diabetica diabeticae
diabetica's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

diabetica v

  1. vrouwelijke vorm van diabeticus

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be