Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·sert·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dessertlepel dessertlepels
verkleinwoord dessertlepeltje dessertlepeltjes

Zelfstandig naamwoord

de dessertlepelm

  1. (huishouden) vrij kleine lepel met lange steel om het dessert te nuttigen
  2. de hoeveelheid die in een dessertlepel past (met een volume van 10 ml)
    • neem twee dessertlepels olie 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid