Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·in·ves·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desinvesteren
desinvesteerde
gedesinvesteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

desinvesteren

  1. inergatief het van de hand doen van bedrijfsmiddelen

Meer informatie

Gangbaarheid