Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desguarnecer
desguarnecía
desguarnecido
volledig

Werkwoord

desguarnecer

  1. ontdoen van (versieringen)
  2. ontmantelen, demonteren
  3. uitspannen (van paard)
  4. opbreken (van garnizoen)