desensibiliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·sen·si·bi·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
desensibiliseren |
desensibiliseerden
- meervoud verleden tijd van desensibiliseren
- Wij desensibiliseerden.
- Jullie desensibiliseerden.
- Zij desensibiliseerden.
- Wij desensibiliseerden.