desambigueren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: desambigueren (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
- des·am·bi·gu·e·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
desambigueren |
desambigueerde |
gedesambigueerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
desambigueren
- overgankelijk eenduidig maken, van zijn dubbelzinnigheid ontdoen
- Het desambigueren van dubbelzinnige termen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. eenduidig maken, van zijn dubbelzinnigheid ontdoen
Gangbaarheid
- Het woord desambigueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "desambigueren" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be