Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • der·de·jaars
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen derdejaars
verbogen
partitief derdejaars

Bijvoeglijk naamwoord

derdejaars

  1. voor het derde jaar
     2. Rohan Dennis: "Derdejaars beroepsrenner, maar heeft al een puike erelijst. Hij won de eerste tijdrit in de Tour de France. Dennis heeft echter meer moeite met een tijdrit boven de 30 kilometer, dus het is de vraag is of hij de lengte van 53,5 kilometer goed aan kan. Vorig jaar werd hij vijfde binnen de minuut van winnaar Wiggins en op 17 seconden van Tom Dumoulin."[1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord derdejaars derdejaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de derdejaarsv / m

  1. persoon die iets voor het derde jaar doet; met name een student die voor het derde jaar een studie volgt
     De onderwijsinstellingen die aan het experiment meedoen, mogen zelf besluiten of ze de tweede- en derdejaars wegsturen, uitsluiten van gewilde vakken of hun tentamenuitslagen minder lang geldig laten zijn.[2]
     "Aan je propedeuse kunnen we niet komen, maar aan de punten van tweede en derdejaars wel. We sturen mensen niet weg, maar de cijfers uit het tweede en derde jaar vervallen", vertelt Rick Lawson, decaan op de rechtenfaculteit.[3]
     Joske is derdejaars Media en Entertainment op Hogeschool InHolland. Op dit moment loopt ze stage bij radiostation Q-music. Moet zij zich nu zorgen maken, nu haar opleiding onder vuur ligt? Of kijken werkgevers en recruiters naar meer dan een opleiding?[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Vuelta kan Dumoulin goud gaan kosten'” (Woensdag 23 september 2015, 07:57), NOS
  2.   Weblink bron “Studiedruk op studenten opgevoerd” (Dinsdag 12 maart 2013, 06:48), NOS
  3.   Weblink bron “Uni Leiden stuurt 25 langzame studenten naar huis” (Vrijdag 6 september 2013, 16:16), NOS
  4.   Weblink bron “Is een InHolland-diploma nog iets waard?” (Donderdag 28 april 2011, 22:26), NOS