depriveert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: depriveert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·pri·veert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
depriveren |
depriveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depriveren
- Jij depriveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depriveren
- Hij depriveert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van depriveren
- Depriveert!