depolitiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·po·li·ti·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse dépolitiser (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
depolitiseren |
depolitiseerde |
gedepolitiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
depolitiseren
- overgankelijk (politiek) ontdoen van zijn politieke betekenis
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord depolitiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.