Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ple·tie

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord depletie depleties
verkleinwoord

de depletiev

  1. (medisch) lediging, ontlasten(tekort) van lichaamsvloeistof
  2. (scheikunde) uitputting, verlies van een stof
Vertalingen

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be