Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dep

Werkwoord

vervoeging van
deppen

dep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deppen
    • Ik dep. 
  2. gebiedende wijs van deppen
    • Dep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deppen
    • Dep je?