Nederlands

 
blauwe denim stof
Uitspraak
Woordafbreking
  • de·nim
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘katoenen stof’ voor het eerst aangetroffen in 1917 [1]
  • uit het Engels [2]
stellend
onverbogen denim
verbogen
partitief denims

Bijvoeglijk naamwoord

denim [3]

  1. zeer sterke katoenen stof die vaak blauw is geverfd
    • Toegegeven, hoofdontwerper Maria Grazia Chiuri liet afgelopen september in haar eerste show voor het huis al T-shirts met de slogan ‘We should all be feminists’ zien, maar die detoneerden nogal bij haar transparante jurken en strakke schermpakjes. Ditmaal lag op de stoel van elke bezoeker een bandana met de definitie van feminisme erop, en was het thema doorgetrokken naar de collectie. Naast die tuinbroek, van denim, liet Chiuri voor najaar 2017 ook een denim overall zien, jeans en ‘werkmanspakken’ van stevige donkerblauwe stof. Bepaald geen slechte kleren, maar niet het soort waarvoor je naar een luxehuis als Dior gaat.[4] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen