Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·na·zi·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord denazificatie denazificaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de denazificatiev

  1. (politiek) zuivering in Duitsland en Oostenrijk na de Tweede Wereldoorlog waarbij deze landen 'gezuiverd' werden van nazi-elementen uitgevoerd door de geallieerden
    • voor een verregaande en langdurige denazificatie ontbraken in Oostenrijk de politieke wil en het maatschappelijk draagvlak en kan dan ook gewoon een aanfluiting worden genoemd [2] 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen