demonstrateur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mon·stra·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van demonstreren met het achtervoegsel -ateur[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demonstrateur | demonstrateurs |
verkleinwoord | demonstrateurtje | demonstrateurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de demonstrateur m
- (beroep) iemand die demonstraties geeft
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van demonstratrice
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord demonstrateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.