Nederlands

 
deltagebied
Uitspraak
Woordafbreking
  • del·ta·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deltagebied deltagebieden
verkleinwoord deltagebiedje deltagebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het deltagebiedo

  1. (aardrijkskunde) driehoekig gebied in een vlak land waar een rivier in de zee uitmondt
     Politicoloog Adedokun voegt eraan toe dat de zuidelijke deelstaat River State stelselmatig te weinig hulp krijgt van de federale regering bij calamiteiten. "Het gebied rond Port Harcourt levert veel grondstoffen aan het land, maar de regering laat de Nigerdelta vaak in de steek als hulp nodig is. En omdat onze verkiezingen niet eerlijk verlopen, kunnen de inwoners van het deltagebied de regering niet ter verantwoording roepen."[2]
     Dat er in Nederland niets te beleven valt, is volgens Berendse dan ook onzin. "Je kunt prachtige dingen zien in Nederland. Het is een deltagebied dus er is enorm veel variatie. We hebben grote rivieren, en prachtige duingebieden. Er zijn zelfs moerasgebieden, zoals de Biesbosch."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Overstroomd gebied Nigeria wacht op hulp, kritiek op regering zwelt aan” (Maandag 17 oktober 2022, 20:33), NOS
  3.   Weblink bron
    Maartje Geels
    “'Nederland is een bijzonderder vakantieland dan je denkt'” (Zondag 17 mei 2020, 08:32), NOS