Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·lict·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord delictgedrag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het delictgedrago

  1. (juridisch) strafbaar gedrag
     In dat zogenoemde COSA-systeem (Cirkel van Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid) helpen vrijwilligers zedendelinquenten een sociaal netwerk op te bouwen, het isolement te doorbreken en zijn ze beschikbaar om te praten over het seksueel delictgedrag.[1]
     De rechter zei destijds dat er een systeem rond de verdachte moest worden opgebouwd om hem in de gaten te kunnen houden. "Reclassering, Jeugdzorg en De Waag moeten de vinger goed aan de pols houden met het oogpunt van mogelijk delictgedrag."[2]
     Het gaat om behandelingen voor hele lichte psychische aandoeningen tot heel zware en complexe psychiatrische problemen, zoals autisme, angststoornissen, verslavingsproblemen en (dreigend) delictgedrag.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Reclassering: pedojagers kunnen risico op kindermisbruik juist vergroten” (15/11/2020), NOS
  2.   Weblink bron “Verdachte zaak-Lisa stond onder toezicht reclassering” (30-07-2015), NOS
  3.   Weblink bron “Verdachte van steekpartij bij Limburgse ggz-instelling blijft langer vast” (13-05-2019), Tubantia