deelraadvoorzitter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·raad·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deelraadvoorzitter deelraadvoorzitters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deelraadvoorzitterm

  1. (politiek) voorzitter van een deelraad (een soort gemeenteraad van een deel van een grote stad)
     Ondanks dat de overheid al jaren beleid voert om radicalisering tegen te gaan, is de dreiging onverminderd groot. Nieuwsuur spreekt onder anderen met een vader wiens zoon richting Syrië is vertrokken. De politie en gemeente waren op de hoogte van zijn plannen. Ook PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch komt aan het woord. Als deelraadvoorzitter in Amsterdam-West maakte hij in 2006 als eerste een beleidsplan om radicalisering tegen te gaan.[1]
     Carlos Gonçalves, deelraadvoorzitter in Delfshaven maakt zich zorgen over de mogelijke gevolgen van een toenemende instroom van Roemenen en Bulgaren in zijn wijk. Hij heeft nu al te maken met overbewoning en overlast van de groep.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ondanks preventieve programma's toch radicalisering” (Zondag 27 april 2014, 22:35), NOS
  2.   Weblink bron “De Roemenen en Bulgaren komen” (Zaterdag 16 maart 2013, 12:10), NOS