Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitdelen

deelden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitdelen
    • Wij deelden uit. 
    • Jullie deelden uit. 
    • Zij deelden uit. 

Gangbaarheid