declareerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: declareerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·cla·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
declareren |
declareerde
- enkelvoud verleden tijd van declareren
- Ik declareerde.
- Jij declareerde.
- Hij, zij, het declareerde.
- Ik declareerde.