debrailleren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·brail·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van brailleren met het voorvoegsel de-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
debrailleren |
debrailleerde |
gedebrailleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
debrailleren
- overgankelijk uit brailleschrift in gewoon schrift overbrengen
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord debrailleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.