Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·bat·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord debatprogramma debatprogramma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het debatprogrammao

  1. radio- of televisie-uitzending waarin mensen met elkaar discussiëren
     In 't Veld zegt in het NOS-debatprogramma Europa Praat dat VVD-Europarlementariër Hans van Baalen zich ernstig moet afvragen of hij nog wel thuishoort in de liberale fractie in het Europees Parlement.[1]
     Als Nederland een korting van een miljard op de Europese contributie wil binnenslepen, zal Den Haag ook bereid moeten zijn mee te werken aan de invoering van Europese belastingen. Met dat dreigement komt eurocommissaris Lewandowski in het NOS debatprogramma Europa Praat.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Europese liberalen bezorgd om populisten” (Woensdag 22 september 2010, 22:23), NOS
  2.   Weblink bron “EC: onderhandelen over korting en belasting” (Woensdag 20 oktober 2010, 15:49), NOS