datalekdienst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·ta·lek·dienst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van datalek zn en dienst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | datalekdienst | datalekdiensten |
verkleinwoord | datalekdienstje | datalekdienstjes |
Zelfstandig naamwoord
de datalekdienst m
- (informatica) een afgebakende tijd waarin iemand beschikbaar moet zijn om problemen rond het lekken van vertrouwelijke informatie te kunnen melden en op te lossen
- Bij verlies van een USB-stick of mobiele telefoon dient u direct contact op te nemen met de jurist die datalekdienst heeft.
- een service die datalekken verzamelt en openbaar maakt
- ▸ Om zijn 'datalekdienst' - waar hij overigens niets mee verdient - te kunnen aanbieden, verzamelt Hunt datalekken. Hij controleert of ze authentiek zijn en laadt ze vervolgens in op zijn website. Een jaar geleden had hij op die manier 110 datalekken verzameld; nu zijn dat er al 225.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'datalekdienst' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Beveiligingsonderzoeker had 3,8 miljard accounts kunnen hacken” (04-07-2017), NOS