Dakpannen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·pan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakpan dakpannen
verkleinwoord dakpannetje dakpannetjes

Zelfstandig naamwoord

de dakpanv / m

  1. elkaar overlappende stenen of betonnen elementen waarmee een schuin dak lekdicht gedekt wordt
    • De dakpannen zijn tijdens de storm niet van het dak gewaaid. 
     Volgens Weerplaza is een sterke waterhoos vanaf het water het land opgetrokken. Daardoor vlogen onder meer dakpannen in het rond en waaiden bomen om. Ter hoogte van Brouwershaven kwam een schip in de problemen, maar die kon "op eigen kracht" naar de haven varen, aldus de veiligheidsregio.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dode en zeven gewonden door windhoos boven Zierikzee” (27 juni 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be