dagtoerisme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dagtoerisme (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dag·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en toerisme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagtoerisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het dagtoerisme o
- toerisme (van dagjesmensen) dat zich tot slechts één dag beperkt
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord dagtoerisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.