Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·ge·mid·del·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord daggemiddelde daggemiddelden
daggemiddeldes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het daggemiddeldeo

  1. gemiddelde hoeveelheid van iets over een bepaalde periode, omgerekend per dag

Gangbaarheid