Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dac·ty·lo·sco·peer

Werkwoord

vervoeging van
dactyloscoperen

dactyloscopeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dactyloscoperen
    • Ik dactyloscopeer. 
  2. gebiedende wijs van dactyloscoperen
    • Dactyloscopeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dactyloscoperen
    • Dactyloscopeer je? 

Gangbaarheid