daagden in
- Geluid: daagden in (hulp, bestand)
- daag·den in
vervoeging van |
---|
indagen |
daagden (...) in
- meervoud verleden tijd van indagen
- Wij daagden in.
- Jullie daagden in.
- Zij daagden in.
- Wij daagden in.
- Het woord daagden in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.