Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·vei·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cyberveiligheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de cyberveiligheidv

  1. veiligheid in cyberspace, voornamelijk op internet

Gangbaarheid