cyberveiligheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cy·ber·vei·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van veiligheid met het voorvoegsel cyber-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cyberveiligheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de cyberveiligheid v
- veiligheid in cyberspace, voornamelijk op internet
Gangbaarheid
- Het woord cyberveiligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.