cybercrimeteam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cy·ber·cri·me·team
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cybercrime zn en team zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cybercrimeteam | cybercrimeteams |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het cybercrimeteam o
- groep samenwerkende mensen die internet- en computercriminaliteit bestrijden
- ▸ Het cybercrimeteam van de politie Oost-Nederland stuurt vandaag een e-mail naar 50.000 mailadressen. Die vond de Belgische politie in een onderzoek naar een cyberdelict. Een inwoner van Oost-Nederland is op verzoek van de Belgische justitie aangehouden.[1]
- ▸ Het cybercrimeteam van de politie Limburg kwam een deel van het betaalde losgeld op het spoor. Dat leidde naar een account van een Oekraïense witwasser, die vorig jaar door de politie en het OM in Oekraïne werd verhoord. De hackers die de aanval op de universiteit uitvoerden zijn nog niet gevonden. Dat onderzoek loopt nog door.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'cybercrimeteam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Politie stuurt mail naar 50.000 gekraakte e-mailadressen” (Dinsdag 18 augustus 2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Universiteit Maastricht krijgt losgeld dat in 2019 na hack betaald werd terug” (02 juli 2022), NU.nl