Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cu·ra·res

Zelfstandig naamwoord

de curaresmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord curare

Gangbaarheid


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
curar

curares

  1. tweede persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van curar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)