cultuurshock
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cul·tuur·shock
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cultuur en shock
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cultuurshock | cultuurshocks |
verkleinwoord | cultuurshockje | cultuurshockjes |
Zelfstandig naamwoord
de cultuurshock m
- botsing tussen twee of meer levenswijzen
- Bij een cultuurshock denken we vaak aan de ontmoeting tussen mensen van verschillende landen of geloven maar ook tussen artsen met een verschillend specialisme in hetzelfde ziekenhuis kan er al een behoorlijke cultuurshock ontstaan.
Gangbaarheid
- Het woord cultuurshock staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.