courante
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cou·ran·te
Bijvoeglijk naamwoord
courante
- verbogen vorm van de stellende trap van courant
Frans
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
courante
- vrouwelijk enkelvoud van courant
Zelfstandig naamwoord
courante v
- (spreektaal) racekak, schijterij
- «Il a la courante depuis le petit-déj.»
- Hij is sinds het ontbijt aan de dunne. [1]
- «Il a la courante depuis le petit-déj.»