correlaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cor·re·laat
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling correleren met het achtervoegsel -aat[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | correlaat | correlaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het correlaat o
- wat een samenhang heeft met wat anders
- Dik en dun; licht en donker zijn correlaten.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord correlaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "correlaat" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be