Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • corona-epidemie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord corona-epidemie corona-epidemieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de corona-epidemiev

  1. (medisch) een virusepidemie waarbij een coronavirus zich snel verspreidt onder een grote groep van mensen
    • De corona-epidemie begon in december 2019 in China. 
Synoniemen