Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·pro·ces·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coprocessor coprocessors
coprocessoren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de coprocessorm

  1. (informatica) processor die wordt ingezet ter ondersteuning van de centrale processor

Meer informatie

Gangbaarheid