Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·nus·kop·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord conuskoppeling conuskoppelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de conuskoppelingv

  1. (werktuigbouwkunde) wrijvingskoppeling bestaande uit twee kegelvormige vlakken

Gangbaarheid