Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tro·le·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord controlelijst controlelijsten
verkleinwoord controlelijstje controlelijstjes

Zelfstandig naamwoord

de controlelijstv / m

  1. een lijst met onderdelen die een voor een gecontroleerd moeten worden, checklist
    • Voordat een operatie mag worden begonnen moet een controlelijst worden doorgenomen 

Meer informatie

Gangbaarheid