contractjaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tract·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van contract zn en jaar zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | contractjaar | contractjaren |
| verkleinwoord | contractjaartje | contractjaartjes |
Zelfstandig naamwoord
het contractjaar o
- periode van een jaar dat een economische overeenkomst geldigheid heeft
- ▸ Huistra was tussen 2010 en 2012 hoofdtrainer van FC Groningen, waar hij na een tegenvallend seizoen niet aan zijn derde contractjaar hoefde te beginnen. De oud-international had daarvoor Jong Ajax onder zijn hoede.[1]
- ▸ Zijn voorlaatste contractjaar - "ik zou zo maar mijn laatste wedstrijd gespeeld kunnen hebben" - had moeten uitmonden in een kampioenschap met Ajax. Met hem in de hoofdrol.[2]
- ▸ Kwakman had bij Augsburg nog een doorlopend contractjaar in Duitsland. Zijn overgang naar Groningen is financieel mede mogelijk gemaakt met de hulp van een sponsorrelatie.[3]
Gangbaarheid
- Het woord contractjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “De Graafschap ontslaat Huistra” (Dinsdag 24 december 2013, 15:48), NOS
- ↑ Weblink bron “Stekelenburg sluit vertrek niet uit” (Zaterdag 19 maart 2011, 21:45), NOS
- ↑ Weblink bron “FC Groningen trekt Kwakman aan” (Vrijdag 24 juni 2011, 15:17), NOS
