Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ti·gu
stellend
onverbogen contigu
verbogen contigue
partitief contigu's

Bijvoeglijk naamwoord

contigu

  1. een ruimtelijke of tijdsgebonden correlatie hebbend
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be