contactsport
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contactsport (hulp, bestand)
- IPA: / kɔnˈtɑktspɔrt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- con·tact·sport
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van contact zn en sport zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactsport | contactsporten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) aanduiding voor typen bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij je het lichaam van je tegenstander aanraakt
- ▸ CTE is alleen na het overlijden op te sporen, en voetballers geven vrijwel nooit toestemming voor dit type postmortaal onderzoek. Bij overleden ex-sporters die contactsporten beoefenden zoals American football, rugby, ijshockey en boksen is de hersenziekte al veel vaker gevonden.[1]
- ▸ Voor het eerst sinds de pandemie-uitbraak wordt deze week een groot toernooi voor een olympische contactsport georganiseerd.[2]
Gangbaarheid
- Het woord contactsport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bram Endedijk & Enzo van Steenbergen“‘Hersenschudding-spotters’ bij WK voetbal in Qatar” (24 maart 2022) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Danielle Pinedo“Testen, mondkapjes en dreigende hotel-isolatie: judoën onder hoogspanning” (22 oktober 2020) op nrc.nl