contactmoment

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  contactmoment    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·tact·mo·ment

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  contact zn  en  moment zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	contactmoment	contactmomenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het contactmoment o

1. gelegenheid voor een ontmoeting

   ▸ De ouders worden aangeklaagd op verdenking van mishandeling en Hannah gaat bij de zus van Kim wonen. Als dat al snel niet goed meer gaat wordt Hannah op 18 december verplaatst naar een pleeggezin op een geheim adres. Met Kim wordt een regeling voor contactmomenten afgesproken, voor Rowan niet.

   ▸ Een derde mogelijke verklaring noemt hij zelf iets cynischer: "Ik heb het idee dat sommige partijen de AVG aangrijpen voor een contactmoment. Als een soort marketingtruc", zegt hij.

Gangbaarheid

• Het woord contactmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.