contactcentrum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tact·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van contact zn en centrum zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactcentrum | contactcentrums contactcentra |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het contactcentrum o
- afdeling van een bedrijf of organisatie waar men vragen van klanten of burgers beantwoordt
- ▸ De berichten worden 24 uur per dag gelezen door medewerkers van het ministerie. Het contactcentrum voor reizigers in nood is ook altijd telefonisch bereikbaar (+31 247 247 247) en via Twitter.[1]
- ▸ Reizigers kunnen over enkele maanden op hun mobiele telefoon uitgebreide informatie vinden over gevaarlijke gebieden over de hele wereld. Ook staan dan medewerkers van een contactcentrum van Buitenlandse Zaken 24 uur per dag ongeruste reizigers te woord.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. afdeling van een bedrijf of organisatie waar men vragen van klanten of burgers beantwoordt
Gangbaarheid
- Het woord contactcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Reizigers in nood kunnen nu ook appen met Buitenlandse Zaken” (16-07-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Ministerie verbetert reisadvies: een app en altijd bereikbaar” (05-06-2015), NOS