constructivistischer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·struc·ti·vis·ti·scher
Bijvoeglijk naamwoord
constructivistischer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van constructivistisch
Gangbaarheid
- Het woord constructivistischer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.