constatatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: constatatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sta·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van constateren met het achtervoegsel -atie [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | constatatie | constataties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de constatatie v
Gangbaarheid
- Het woord constatatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "constatatie" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ constatatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be