conformeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: conformeren (hulp, bestand)
- IPA: /kɔnfɔrmerən/
Woordafbreking
- con·for·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
conformeren |
conformeerde |
geconformeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
conformeren
- overgankelijk gelijkvormig maken, naar iets inrichten
- Ik dien het daaraan te conformeren.
- wederkerend zich aanpassen aan
- Wij dienen ons hieraan te conformeren.
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de conformeren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord conformeer
Gangbaarheid
- Het woord conformeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conformeren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be