confituren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: confituren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·fi·tu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gekonfijte vruchten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1561 [1]
Zelfstandig naamwoord
de confituren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord confituur
Gangbaarheid
- Het woord confituren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.