• con·fi·gu·reer
vervoeging van
configureren

configureer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van configureren
    • Ik configureer. 
  2. gebiedende wijs van configureren
    • Configureer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van configureren
    • Configureer je?