computerscherm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·pu·ter·scherm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van computer en scherm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | computerscherm | computerschermen |
verkleinwoord | computerschermpje | computerschermpjes |
Zelfstandig naamwoord
het computerscherm o
- Een beeldscherm dat gebruikt wordt als uitvoermedium van een computer.
- ▸ Na jaren 60 uur per week achter een computerscherm en een overvolle sociale agenda had ik behoefte aan meer afwisseling. Meer natuur en avontuur.[1]
Gangbaarheid
- Het woord computerscherm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "computerscherm" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be