Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·kraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computerkraak computerkraken
verkleinwoord computerkraakje computerkraakjes

Zelfstandig naamwoord

de computerkraakm

  1. een inbraak in het geheugen of de bestanden van een computer
    • Het is illegaal om een computerkraak uit te voeren. 

Gangbaarheid